Op 2 mei werd Lennart Feijen, SP-gemeenteraadslid in Zoetermeer, veroordeeld wegens belediging van Hilbrand Nawijn. Feijen had zijn collega namelijk op Twitter een racist genoemd, naar aanleiding van diens uitspraak dat hij geen Islamitische school wilde zien in Zoetermeer. Een angstaanjagende uitspraak van het Gerechtshof, waarop rechts met stilte reageert.

Op 2 mei werd Lennart Feijen, SP-gemeenteraadslid in Zoetermeer, veroordeeld wegens belediging van Hilbrand Nawijn. Feijen had zijn collega namelijk op Twitter een racist genoemd, naar aanleiding van diens uitspraak dat hij geen Islamitische school wilde zien in Zoetermeer. Een angstaanjagende uitspraak van het Gerechtshof, waarop rechts met oorverdovende stilte reageert.
Benoemen
De Tweet in kwestie: “In het kader van problemen benoem ik dus het probleem, discriminatie van een complete geloofsgemeenschap door de racist @lhn_nawijn.”
Nawijn zeurde in een uitzending van Pauw op 3 mei:
“Ik voelde me erg beledigd, want racist is in de Nederlandse samenleving niet een woord dat je graag naar je hoofd geslingerd krijgt (…) Op zichzelf vind ik het woord ‘racist’ een hele extra belediging van mij. (…) Ik wil discussiëren, ook met de heer Feijen, over van alles en nog wat, maar we hoeven elkaar niet uit te schelden.”
Opvallend dat Nawijn het woord ‘racist’ ziet als een scheldwoord. Zoals Feijen al duidelijk maakt in zijn Tweet, is hij helemaal niet aan het schelden, maar gewoon een probleem aan het benoemen. Stellen dat Nawijn een racist is, is een constatering doen. Of die constatering terecht is, daar valt over te discussiëren. Definitief bewijs is sowieso onmogelijk: daarvoor zouden we in Nawijns hoofd moeten kunnen kijken. En zelfs als dat zou kunnen, zou er onenigheid bestaan. Er zijn tientallen verschillende definities van het woord ‘racist’, waarvan niet één als ‘meest correct’ aangewezen kan worden.
Negatieve lading
Uit de uitspraak van het Gerechtshof:
“De waardigheid van de persoon [aangever] wordt aangetast, met name door het gebruik van het woord “racist”. Dat woord heeft immers, mede door de massale volkerenmoord op Joden, Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog een bijzonder negatieve lading.”
Maar wanneer is het gebruik van dat woord dan wél gerechtvaardigd? Alleen als we het hebben over de nazi’s? Lopen we het risico veroordeeld te worden, wanneer we alledaags racisme aankaarten?
Het enge van deze uitspraak, naast de hevige beperking van de vrijheid van meningsuiting, is de implicatie dat het Gerechtshof kan beoordelen of iemand een racist is of niet. De veroordeling van Feijen suggereert dat zijn opmerking onterecht was, en dat Nawijn dus geen racist is. Hoe kan het Gerechtshof hier zo zeker van zijn? Wat is hun definitie van ‘racist’, behalve ‘een woord met een bijzonder negatieve lading’?

Het vrije woord
Overigens blijft het aan de rechterkant opvallend stil rondom dit nieuws. Zij die Geert Wilders en Ebru Umar verdedigen, en terecht opmerken dat vrijheid van meningsuiting geen betekenis heeft als deze niet absoluut is, hoor je niet over Leijen. Nou ja, één Tweet dan. Van journalist Joost Niemoller, die zelf terecht een racist wordt genoemd vanwege zijn overtuiging dat zwarte mensen van nature een lager IQ hebben dan witte mensen. Hij Tweette: “Ha, kijk, iemand voor racist uitmaken kan strafbaar zijn. Dat onthoud ik.” Dit werd geretweet door Parool-columnist Theodor Holman, die ook weleens een racist wordt genoemd. Zowel Holman als Niemoller beweren voorstanders te zijn van het vrije woord, maar wrijven nu in hun handen bij de gedachte hun critici via de rechter de mond te kunnen snoeren.
De vrijheidstrijders keren hun principes de rug toe zodra het ze beter uitkomt. Het is gemakkelijk om te stellen voor vrijheid van meningsuiting te zijn, als het om je eigen meningen gaat. Maar alleen zij die ook de vrijheid van hun hardste critici verdedigen, kunnen zich met recht voorstanders van het vrije woord noemen.
Oorspronkelijk gepubliceerd in mei 2016