De emancipatie van rechts

De Nederlandse media moeten zich openstellen voor de emancipatie van rechts, betoogt Leon van de Weijgaert in de Volkskrant van 17 november. Zijn opiniestuk hangt aan elkaar van drogredenen. Ik ontleed het.

Van de Weijgaert begint met een anekdote over zijn kleindochter, die op een middelbare school zit waar een aantal docenten hun ongenoegen uitten over de winst van Donald Trump.

“Ik vroeg haar of ze de moed kon opbrengen de desbetreffende leraren te zeggen dat ze betaald worden om les te geven en niet om hun politieke opvatting kenbaar te maken.”

Leraren worden ook niet betaald om hun mening over het weer kenbaar te maken, en toch herinner ik me weinig controverse over mijn vroegere wiskundelerares, die ’s winters regelmatig binnenkwam met de woorden: “Koud, hè?”

“Hoewel ze behoorlijk assertief is, bleek ze dit vanwege mogelijke repercussies niet aan te durven. Op 20 november 1989 werd het Kinderrechtenverdrag door de VN aangenomen. Nu, 27 jaar na dato, is er in ons Nederland met het bekende vingertje kennelijk nog steeds geen ruimte voor leerlingen om meningen te verkondigen die niet aansluiten bij het linkse gedachtengoed dat in het onderwijs de mainstream vormt.”

Van de Weijgaert maakt niet concreet wat voor repercussies hij bedoelt (een school die leerlingen strafwerk geeft omdat ze rechts zijn, bestaat voor zover ik weet niet), maar ik weet dat er sociale consequenties hangen aan het steunen van Trump. Zoals aan zo veel meningen, politiek en anderszins. Dat betekent niet dat er ‘kennelijk’ geen ruimte is voor die meningen. Wel dat je om zult moeten gaan met kritiek. Dat lijkt me een mooie vaardigheid om te leren op een middelbare school.

image

Hierna vertelt Van de Weijgaert over zijn vrouw, die in de jaren zeventig stage liep bij een school waar de directeur heel veel posters van de PvdA had opgehangen, en meent met deze twee anekdotes bewezen te hebben dat links overheerst in het onderwijs.

Arme Halbe

Dan richt hij zijn pijlen op de NPO: volgens Van de Weijgaert worden in praatprogramma’s alleen ‘voor de vorm’ enkele rechtse gasten uitgenodigd, die zich vervolgens nauwelijks kunnen verweren tegen de ‘overmacht’ van links.

“De politieke verhoudingen zijn niet zelden precies tegengesteld aan wat in de samenleving leeft. Hoewel de overgrote meerderheid van de Nederlanders voorstander is van een echt zwarte Piet, was het dan ook niet verrassend dat Halbe Zijlstra onlangs bij Pauw op zijn nek werd gesprongen door een overmacht die juist niet het meerderheidsstandpunt vertegenwoordigde. Arme Halbe.”

Wie het betreffende fragment niet gezien heeft, zou naar aanleiding van deze beschrijving denken dat Zijlstra door vijf activisten in zijn smoel geschreeuwd werd dat hij een racist is. In werkelijkheid diende Anousha Nzume hem rustig van heldere repliek, waarna Sophie Hilbrand hem glimlachend enkele kritische vragen stelde. Dat het op Van de Weijgaert overkwam alsof Zijlstra ‘op de nek gesprongen’ werd, zal eerder te maken hebben met Zijlstra’s gebrek aan argumenten. Voor Van de Weijgaert is het blijkbaar niet genoeg wanneer rechtse mensen uitgenodigd worden om Zwarte Piet te verdedigen: ze moeten ook de discussie wínnen. Misschien had de redactie aan Nzume duidelijk moeten maken dat ze niet te veel steekhoudende argumenten moet gebruiken. Anders is het niet eerlijk voor Halbe. Je kan van die arme man toch niet verwachten dat hij zich in een debat weet te verdedigen: hij zit nog maar 22 jaar in de politiek!

image

Meer voorbeelden van de overheersing van links in de media geeft Van de Weijgaert niet. Daarom heb ik zelf eens een steekproef gedaan, en een blik geworpen op de bezetting in de politieke items bij Pauw sinds de verkiezing van Donald Trump. In de uitzending over deze uitslag (woensdag 9 november) zou je, als je Van de Weijgaert gelooft, voornamelijk linkse critici verwachten. Er zaten echter de volgende gasten:

Neelie Kroes (voormalig VVD)
Charles Groenenhuizen (één van de presentatoren van het rechtse WNL Op Zondag)
Heleen Mees (econome, in Quote ooit beschreven als ‘snurkend lid’ van de PvdA, maar vanuit rechtse hoek kritisch op deze partij)
Sylvana Simons (DENK)
Clarice Gargard (journalist voor onder meer Joop)
Yernaz Ramautarsing (objectivist, groot fan van Trump)
Wierd Duk (schrijft rechtse stukjes, onder meer voor ThePostOnline)
Joost Eerdmans (Leefbaar Rotterdam)
Diederik Samsom (PvdA)
Marike Stellinga (journalist voor NRC, voormalig redacteur van Elsevier, vooral bekend om antifeministische stukken)
Ron Meyer (SP)

Laat ik gul zijn voor Van de Weijgaert, en stellen: van deze gasten passen er zes in het hokje ‘rechts’, vier in ‘links’ en eentje (Mees) in het midden.

image

In de aflevering van donderdag 10 november mag Leon de Winter zich ook nog uitspreken over de Amerikaanse verkiezingen, een gelegenheid die hij vooral gebruikt om te vertellen dat het allemaal wel mee zou vallen met Trump.
Op vrijdag 11 november gaat Alexander Pechtold in gesprek met vier burgers die ‘geen vertrouwen in de politiek’ hebben. Een rechtse politicus verdedigt zich tegenover vier rechtse mensen.
Op maandag 14 november komt Tunahan Kuzu het partijprogramma van DENK toelichten, waarover Pauw hem kritisch ondervraagt.
Op dinsdag 15 november is journalist Tom Kleijn kritisch over Trump, maar niet vanuit links of rechts perspectief; hij stelt vooral dat Trump niet goed voorbereid blijkt op presidentschap. Ook bespreekt hij Trumps adviseur Steve Bannon, die hij  ‘omstreden’ noemt. Bannons antisemitisme benoemt hij niet, want dat gebeurt op de publieke omroep alleen bij moslims. Na het Trump-item vertelt Jos Hessels (CDA), burgemeester van Echt-Susteren, over een motorclub die hij wil verbieden.
Op woensdag 16 november bespreken Jesse Klaver en Jort Kelder de huidige staat van de democratie met Maurice de Hond, wiens politieke kleur mij niet bekend is.
Op donderdag 17 november wordt het Wildersproces besproken met Joram van Klaveren (voormalig PVV, nu VNL), advocaat Gerard Spong en rechtbankjournalist Saskia Belleman (De Telegraaf). Spong en Belleman maken hun politieke kleur niet duidelijk, maar zijn vooral aanwezig om hun kennis van de wet. Goed, zowel Belleman als Spong zijn kritisch op Wilders’ ‘minder Marokkanen’-uitspraak. Maar wie dat links noemt, impliceert dat kritiek op racisme puur een linkse aangelegenheid is.

Enfin, de verhouding uitgesproken rechts tot uitgesproken links in de politieke items van deze afleveringen is dus 15 tot 6: bijna drie keer zo veel rechtse als linkse gasten. Ik geef toe, het is geen uitvoerig onderzoek, maar uitvoeriger dan het enkele item dat Van de Weijgaert besprak.

Slachtofferrol

Het is Van de Weijgaert echter niet alleen te doen om de bezetting. Terecht natuurlijk: de behandeling van gasten in een interview is van enorme invloed op hoe die gasten overkomen. Laten we eens kijken naar Van de Weijgaerts kritiek op de retoriek van links:

“Opponenten worden niet zozeer bestreden op inhoud, maar vooral met een somatisch, psychologisch en psychiatrisch jargon dat andersdenkenden moet declasseren tot een morele en verstandelijke onderklasse die eigenlijk geen bestaansrecht heeft. Als je maar vaak genoeg te horen krijgt dat je onderbuikgevoelens hebt, xenofoob, islamofoob en weet ik wat voor foob bent, zakt je op den duur de moed in de schoenen, ga je op een gegeven moment de discussie niet meer aan en ga je zelfs niet meer naar de stembus.”

Volgens Van de Weijgaert zijn woorden als ‘onderbuikgevoelens’ en vrijwel alles dat eindigt op -foob dus bedoeld om ‘andersdenkenden’ hun bestaansrecht te ontzeggen. Wil hij dat deze woorden niet meer gebruikt worden? Dan zou het publieke debat een stuk moeilijker zou worden, omdat ze nu eenmaal verwijzen naar bestaande ideologieën en gevoelens. Van de Weijgaert reduceert bruikbare termen tot scheldwoorden, en daarmee hun gebruikers tot schelders. Het is dus juist Van de Weijgaert, die zijn opponenten zonder enige inhoudelijke kritiek wil diskwalificeren.

De ‘andersdenkenden’ die hij meent te verdedigen, duwt hij ondertussen in een slachtofferrol. Het gaat volgens hem om mensen die zich niet kunnen verdedigen tegen beschuldigingen van xenofobie, en daarom geen gebruik meer maken van hun stemrecht. Wie zijn dan al die PVV-stemmers?

Minder, minder, minder rechtse mensen

In de volgende alinea maakt Van de Weijgaert het nóg bonter, met twee ronduit absurde beweringen in één zin:

“De bejegening van andersdenkenden door links is niet te onderscheiden van racisme –”

Jawel, want als deze bejegening al zou plaatsvinden in de mate waarin Van de Weijgaert suggereert, gebeurt dat op basis van ideologie en niet op basis van huidskleur.

“– en evenaart op zijn minst de onbetamelijke oprisping van Wilders over Marokkanen.”

Heeft een linkse politicus ooit een publiek laten roepen om ‘minder rechtse mensen’ in Nederland? Hebben linkse journalisten ooit gesteld dat ze een Nederland willen met ‘als het even kan, minder andersdenkenden’? En wederom: het verschil ligt in nadelige behandeling op basis van een eigenschap waarover men geen controle heeft (afkomst) en één waarover men wél controle heeft (mening).

image

Vervolgens stelt Van de Weijgaert dat vrouwen een ‘voorkeursbehandeling’ krijgen, zonder te specificeren wat hij hiermee bedoelt:

“Deze bejegening vormt een schrijnende tegenstelling met de voorkeursbehandeling die andere groepen krijgen, in het bijzonder vrouwen. Althans een bepaald soort vrouwen. Niet de vrouwen die onderbetaald worden. Niet de arme sloebers die opgehokt, mishandeld of misschien besneden worden.

Neen, over deze vrouwen gaat het merkwaardig genoeg zelden of nooit. Maar de dure mantelpakjes die niet door het glazen plafond kunnen en misschien wel tig keer zoveel verdienen als hun betreurenswaardige seksegenoten, dat schijnt pas wereldleed te zijn. Het ergste wat een vrouw kennelijk kan overkomen is dat ze het geluk van Neelie Kroes niet evenaart.”

Geen idee waarom Van de Weijgaert opeens komt met deze whataboutism aangaande onderdrukte vrouwen. Maar ik denk dat ze hem zeer dankbaar zullen zijn dat hij hun leed gebruikt om seksisme op de werkvloer te bagatelliseren. Om in dat straatje verder te gaan: meneer Van de Weijgaert, u heeft het over de onderdrukking van andersdenkenden in Nederland, maar waarom niet over Noord-Korea? Weet u niet dat het daar veel erger is?

Wartaal

Het antifeministische intermezzo achter zich latend, stelt Van de Weijgaert:

“Het is tijd voor een ander beleid. Niet sekse en huidskleur brengen per definitie de samenleving vooruit, maar ideeën.”

Hiermee suggereert hij dat ‘het beleid’ (welk beleid?) op dit moment gebaseerd is op het idee dat ‘sekse en huidskleur’ de samenleving per definitie vooruit brengen. Ik neem aan dat hij bedoelt: ‘diversiteit in sekse en huidskleur’, of iets dergelijks, want wat er nu staat is wartaal. Hoe dan ook is de suggestie pertinent onjuist. Geen enkel beleid in de publieke sector gaat ervan uit dat diversiteit de samenleving per definitie vooruit brengt.

“Een publieke sector die sollicitanten met een bepaalde sekse en een bepaalde huidskleur voorrang geeft, maakt onvoldoende gebruik van het maatschappelijk potentieel en is bovendien onrechtvaardig bezig, waar zij een groot deel van de bevolking op grond van veronderstelde opvattingen weert.”

Voor zover positieve discriminatie plaatsvindt (en dat is niet zo veel als Van de Weijgaert lijkt te denken), gebeurt dat wanneer alle andere relevante factoren zo goed als gelijk zijn. De bewering dat er onvoldoende gebruik gemaakt wordt van het maatschappelijk potentieel, is dus niet juist. Even onzinnig is de stelling dat het weren van andere sollicitanten zou gebeuren ‘op grond van veronderstelde opvattingen’. Positieve discriminatie heeft heel weinig te maken met de veronderstelde opvattingen van witte mannen. Wel met het gelijktrekken van het speelveld, aangezien er bij veel werkgevers een (soms onbewuste) voorkeur voor witte mannen bestaat. En wellicht ook met het feit dat bedrijven met een divers personeelsbestand het nu eenmaal beter doen.

image

“Kenmerkend voorbeeld hier is de situatie bij de rechterlijke macht. De benoemingen van rechters moeten geen Idolsverkiezingen worden, maar het feit dat zo’n 70 procent van de rechters links-liberaal stemt en daarvan zelfs 29 procent D66, getuigt van een enorme maatschappelijke disbalans en is daarmee ongrondwettig.”

Waar in de grondwet staat dat Nederlandse rechters in hun stemgedrag de bevolking moeten reflecteren?

“Het is dan ook zaak dat de werkelijk historisch-politieke verhoudingen gerepresenteerd worden in de rechterlijke macht. En niet alleen daar. Ook in de media waar men nu de vermoorde onschuld speelt en men maar moeilijk kan wennen aan het feit dat er ook zoiets als democratie bestaat, dient men zich open te stellen voor de emancipatie van rechts.”

Even de zaken op een rijtje: de VVD is de grootste partij en verliest het in de peilingen vaak van de PVV. De NPO geeft ruimte aan een uitgesproken rechtse omroep, die geen links equivalent heeft (een links equivalent van Powned zou een radicaal socialistische omroep zijn). Aan ‘linkse’ talkshowtafels zien we regelmatig (radicaal) rechtse gasten plaatsnemen, die de ruimte krijgen hun gedachtegoed te delen. En een ‘linkse’ krant publiceert een onsamenhangend opiniestuk om ruimte te geven aan het rechtse geluid.

Laat me maar weten wanneer de emancipatie van rechts voltooid is.

Oorspronkelijk gepubliceerd in november 2016

 

Leave a Reply