Hij zegt ‘Urnie’: wat Ruttes mening over Sesamstraat ons vertelt over de premier

Onlangs werd Mark Rutte gevraagd naar zijn favoriete Sesamstraatpersonages. Zijn antwoord, te bekijken in deze video, hoort tot zijn meest belangrijke uitspraken, omdat het de premier in een minuut samenvat.

Rutte houdt van Bert en Ernie. Of, zoals hij zegt: Urnie en Bert.

Dat sommige mensen de onconventionele volgorde van de namen hanteren, heb ik altijd vreemd gevonden (je zegt ook niet ‘Simon en Nick’), maar vooruit; ‘Ernie en Bert’ is niet incorrect. De uitspraak van ‘Ernie’ als ‘Urnie’ is daarentegen onacceptabel. Het irriteert omdat het onbegrijpelijk is: je hoeft maar één scène met Bert en Ernie gezien te hebben om te weten dat de naam in het Nederlands niet als ‘Urnie’ wordt uitgesproken. Luister dan! Je hóórt het toch!

Mensen die Urnie zeggen luisteren dus niet goed en geven nooit hun ongelijk toe: ze blijven stug vasthouden aan aannames die bewezen onjuist zijn. Hoe vaak ze de naam ook correct uitgesproken horen worden, voor hen blijft het Urnie. Daarom is het geen verrassing dat Rutte een Urniezegger is. Hij heeft feiten altijd van zich af laten glijden.

In hetzelfde filmpje bespreekt Rutte één van zijn favoriete sketches, namelijk die waarin Bert en Ernie een appeltaart delen. Ernie geeft Bert het kleinste stuk en Bert protesteert: “Als ik twee stukken appeltaart had, dan gaf ik jou het grootste, en hield het kleinste voor mezelf.” Ernie antwoordt: “Maar Bert. Je hébt het kleinste stuk, Bert.”

Los van Ruttes onvermogen deze grap na te vertellen (hij laat de punchline doodbloeden), valt zijn interpretatie op. Hij ziet deze sketch als “echt een VVD-clip.” In gesprekken met de PvdA ziet hij zichzelf als ‘Urnie’, vertelt hij.

Hij heeft meer gelijk dan hij begrijpt. In deze sketch is immers de grap dat Ernie niet goed luistert. Hij hoort wel wat Bert zegt, maar interpreteert hem verkeerd. Urnie is Rette.

Er is een beroemdere Bert en Ernie-sketch die nog beter aansluit bij onze premier: die waarin Bert aan Ernie probeert te vertellen dat hij een banaan in zijn oor heeft, en Ernie uiteindelijk antwoordt met: “Ik kan je niet horen, want ik heb een banaan in mijn oor.”

Het is enorm VVD. Eerst is Ernie letterlijk doof voor de woorden van Bert, vervolgens benoemt hij zelf zijn absurde gedrag. Daarmee overwint hij: wie toegeeft een dwaas te zijn, zal er niet voor uitgescholden worden. Om die reden noemt Rutte ook de appeltaartscène. Hij beveiligt zich voor kritiek op zijn beleid, door met een grijns te stellen: “Ja, ik ben onrechtvaardig en onredelijk en ik luister nooit, en ik ben er trots op.”

Als ie nou nog grappig was.

Oorspronkelijk gepubliceerd in november 2015

Leave a Reply